Bij een bestaande groep kunstenaars die studiowerk maken in Schiedam, vonden Ben en Rosa niet direct aansluiting, omdat ze zelf performances maken en researchgebaseerd werk. Uiteindelijk vindt het duo gelijkgestemden in het voormalig krakerscomplex aan de Wolphaertstraat in Rotterdam Charlois. “We waren wel bezig professionele contacten in Schiedam te leggen, maar misten vooral de “casual meetings”. Ofwel: de bars, ateliers en galeries waar je andere creatieven tegen het lijf loopt.
Zo werd ook tekenaar, schilder en ontwerper Tim Schaap (1998), geboren en getogen in Schiedam, bijvoorbeeld al vroeg naar Rotterdam getrokken. “Voor jonge kunstenaars ligt de creatieve wereld daar veel meer open. Dat komt ook door de scholen, zoals het Grafisch Lyceum, waar veel creatieve leeftijdsgenoten zitten en je elkaar makkelijk treft. In Schiedam was ik altijd meer ‘die ene jongere tussen de ouderen’. Het voelde beperkt.”
Netwerk
Jonge kunstenaars werken simpelweg anders dan de oudere garde, stelt Florine van Rees (1988). Ze is samen met Jeroen Dijkstra (1987) oprichter van galerie The Dutch Institute of Royal Taste (DIRT) aan de Lange Haven. “We werken veel projectmatiger, sneller en vluchtiger dan dat vroeger ging.”
Er is nog steeds behoefte aan vereniging, alleen niet meer zozeer ‘in een club’, zoals KunstWerkt ontstond, denkt ze. “Je gaat niet meer naar een bijeenkomst om het over je werk te hebben, maar deelt constant erover online, en sluit bij elkaar aan waar dat past. Het houdt je ook scherp en het werk steeds verrassend. Je hebt niet het gemak van altijd dezelfde partijen om je heen. Onze generatie heeft echt wel community, maar ver buiten de grenzen van een stad.”
Social media maakt het eigenlijk al heel makkelijk om nuttige contacten te leggen, vindt ook Tim. “Je hebt meer aan een Whatsappgroep dan een netwerkbijeenkomst. Jongeren uiten zichzelf en hun werk ook vooral op social media, delen nieuwe dingen en wat er voor hen achter zit. Zo volg je waar anderen mee bezig zijn.”
Florine en Jeroen ontdekken veel makers via Instagram. Het werk dat ze exposeren kan dan ook uit heel Europa komen, en soms van henzelf. “Design is zo persoonlijk. De kans dat een Schiedamse kunstenaar precies iets maakt dat erbij past, is klein. Je ziet online waar mensen mee bezig zijn en kan heel makkelijk in contact komen. Zo verkopen we prachtige ringen van iemand uit Berlijn, die we nog nooit gezien hebben. Samen maak je, bouw je. En daardoor hebben we ook klanten van over de hele wereld.”
“Het interesseert mij daarom eigenlijk niets waar we ons precies vestigen, beaamt Jeroen. “Denken in stadsgrenzen is voor ons werk echt niet meer van deze tijd”.
Spontane ontmoetingen
Toch noemen de meeste jonge kunstenaars de behoefte aan gedeelde werkruimte. Niet alleen uit nood om een werkplek, maar ook vanuit gemis aan die aantrekkelijke, levendige plek waar je in eigen stad andere creatieven tegen het lijf loopt.
“Want juist aan spontane ontmoetingen heb ik in mijn ontwikkeling veel gehad”, beaamt Tim. “Het Stedelijk Museum zou die rol deels kunnen spelen, met een expositieruimte voor jonge kunstenaars bijvoorbeeld. Of met een groepstentoonstelling zoals Vruchtbare Grond in 2018, maar dan een groepstentoonstelling waarbij je de andere deelnemers aan ook echt ontmoet. Als ik hier een expo zou hebben, zou dat mijn vrienden eindelijk eens naar Schiedam trekken.”
Die potentie is er zeker, vindt Florine. “Schiedam kan echt creatieve makers aantrekken. Kunstliefhebbers komen voor onze galerie en leren daarna de stad kennen. We vinden het leuk om mensen te verrassen met Schiedam, als we vertellen wat je er nog meer kunt doen. De kleinschaligheid van de stad kan heel aantrekkelijk zijn voor kunstenaars, omdat het kleiner voelt, je elkaar meer kunt ontmoeten.”
Investeren in gesubsidieerde werkplek voor jong talent, zou daarom volgens Jeroen een goede stap voor Schiedam zijn. “Er is veel kunst, maar wel op leeftijd. Jonge makers maken een plek weer opnieuw interessant, zijn een frisse wind. De wil is er wel onder de jongere garde, maar er is weinig ruimte.”
Voor de stad is het goed als er “meer jonge mensen bij elkaar komen om toffe dingen te doen”, voegt Tim toe. “Het brengt meer levendigheid. Maar Schiedam is voor mijn gevoel nooit stimulerend geweest voor creatieven die hun energie in de stad willen steken, dingen willen organiseren.”
Kritieke massa
Bovendien zijn de werkruimtes en plekken díe er zijn, vaak tijdelijk. Dat zien meerdere jonge kunstenaars als een probleem. “Het voelt als misbruik van de gentrificerende kracht van kunstenaars”, vat Florine samen.
“Zoals wij naar Schiedam uitgeweken zijn, zal dat met meer mensen gebeuren”, denkt Ben. “Dat lijkt goed voor de stad, omdat het dan een kwestie van tijd is voor er hier een ‘kritieke massa’ creatieven ontstaat. Maar gentrificatie ligt dan op de loer. Dus kijk heel goed naar steden als Glasgow, dat het gelukt is om bruisend, artistiek én betaalbaar te blijven.”
Van de vele lege gebouwen die hij in Schiedam ziet, wil Ben er graag een omvormen tot een gebouw waar kunstenaars kunnen werken en samenkomen. Niet alleen beeldend, maar ook onderzoeksgebaseerd werk, interdisciplinair. Het zou goed zijn voor de stad, vindt Ben, want kunst is immers een wezenlijk onderdeel van een goede kwaliteit van leven van haar burgers. “Kunst kan mensen tot andere inzichten brengen. Het kan een centrum weer leven inblazen, waar commercie die kracht niet meer heeft.”
Rosa Vrij (1994) en Ben Weir (1991)
“We zouden graag in een gezamenlijk gebouw met anderen terechtkunnen”
Studeerden in Maastricht (Rosa) en Belfast + Glasgow (Ben)
Wonen in de Brandersbuurt, Schiedam
Hebben bescheiden werkruimte thuis, werken vooral op locatie.
Rosa: “We kennen elkaar uit Maastricht, waar ik studeerde en Ben, die in Noord-Ierland architect was, een postcademische opleiding kwam doen aan de Jan van Eyck Academie voor beeldende kunst. Daarna wilden we ons graag samen vestigen in Rotterdam, maar konden daar geen huis vinden. Zo kwamen we in Schiedam, dat we nog niet kenden. Prachtig, lieflijk en met een eigen karakter dat niet door Rotterdam opgeslokt is. En het CBK covert ook Schiedam, dus we zijn toch deel van hetzelfde kunstenaarsnetwerk.”
Ben: “Mijn werk heeft altijd een relatie tot architectuur. Ik werk veel op locatie (in november in het Franse Aix-en-Provence) en maak dan specifieke werken in opdracht. Ik geef nog online les in Belfast, werk veel op locatie door heel Europa, Rosa is nog een dag in de week in Maastricht.”
Rosa: “Ik maak performances die de grenzen tussen het lichaam en de architectuur en de wereld eromheen onderzoeken. Soms werken we ook samen, zoals voor het Over het IJ-festival, met een interactieve performance waarbij het publiek een lege constructie in de vorm van een zeecontainer opbouwde en afbrak temidden van het festival.”
Ben: “We werken vanuit huis, maar zouden graag in een gezamenlijk gebouw met anderen terechtkunnen. En in een studio of atelier zou ik meer vrij werk kunnen ontwikkelen. Eindelijk iets met de doodles uit mijn notebook doen.”
Tim Schaap (1998)
“Schiedam heeft een groot gemis aan atelierruimte waar je goedkoop kan starten”
Groeide op in Schiedam, studeert interieur- en meubelontwerp, Den Haag
Woont in Delfshaven, Rotterdam
Had atelier in de oude muziekschool aan de Lange Nieuwstraat, Schiedam
“Al sinds de middelbare school schilder, teken en ontwerp ik. Recenter fotografeer ik ook, maar dat is ook een beetje als bijbaan. En ik doe modellenwerk. Op mijn zestiende kwam ik in contact met MET, een collectief van Schiedamse creatieven in het Monopole. In die tijd tekende ik veel met fineliner: zelfverzonnen fantasy-achtige karakters. Uit dat contact met MET ontstond mijn eerste expositie.
Later ben ik die karakters meer gaan schilderen, en ik gebruik ze ook in mijn kledingmerk DEFEKT. Mijn werk gaat veel over nachtleven, uitgaan, en de vervreemding die daarbij kan horen. Dat zeg ik er expres niet bij: ieder mag zelf interpreteren wat hij ziet. Of het gewoon tof vinden, zonder verder verhaal, dat mag natuurlijk ook. Via Instagram doe ik veel inspiratie op, door buitenlandse kunstenaars te volgen. James Jean bijvoorbeeld. Het is tof om hun karakters te zien, en de composities of verhalen die zij scheppen.
Ik werk nu vanuit mijn slaapkamer, omdat ik mijn vorige atelier - antikraak - weer uit moest. Ik vind dat vervelend, want het is daardoor altijd chaotisch om me heen. Daarom ben ik samen met een vriend op zoek naar studio- of atelierruimte. Maar het is heel moeilijk iets te vinden, waar je als jongere goedkoop kan starten. Simpele werkruimtes voor de eerste vijf jaar als kunstenaar, bijvoorbeeld. Daarop zou Schiedam echt meer moeten focussen.”
Vivian Ammerlaan (1994)
“De betrokkenheid van het Museum bij de kunstenaars en de stad, vind ik heel waardevol”
Groeide op in het Westland, studeerde aan de Kunstacademie in Breda.
Woont sinds 3,5 jaar in Schiedam.
Heeft werkruimte in Rotterdam, werkt ook veel vanuit huis.
“Per toeval ben ik in Schiedam beland. Eerst zei ik altijd gelijk dat het heel dicht bij Rotterdam was, maar toen ik veel steun kreeg van het Stedelijk Museum in de lockdown, merkte ik ‘hé, ik hoor hier bij’. Ik voel me hier op mijn gemak. Toen de wethouder mijn werk kocht, bij de tentoonstelling van Troostkunst, in het museum, vond ik dat heel gaaf. Typisch Schiedams.
Wat het museum voor de stad opzet samen met fondsen - bijvoorbeeld groepstentoonstellingen als Vruchtbare Grond - vind ik heel erg waardevol. Voor die betrokkenheid ben ik dankbaar. Want uit elke kans die je krijgt, volgt weer iets anders. Zo is inmiddels net mijn eerste grote solotentoonstelling in Hoek van Holland geopend.
Rondom mijn werk ben ik echt een einzelgänger. Ik werk veel vanuit huis, waar ik beelden in mijn eigen badkamer-alias-studio maak, om ze daarna af te maken achter mijn bureau in Rotterdam. Behoefte om me te binden in een collectief heb ik niet echt, ik voel me liever vrij. Dat is denk ik ook iets van deze tijd: jonge kunstenaars werken veel minder in vaste groepen. Het hoeft ook niet. Als je wil samenwerken vind je elkaar toch heel makkelijk via social media.”
Tobias Lengkeek (1991)
“Een stad kan veel aan kunstenaars hebben”
Groeide op in Rotterdam
Studeerde Grafisch Vormgeving in Zwolle en Beeldende Kunst in Den Haag
Woont ruim twee jaar in Schiedam en heeft werkruimte in huis.
“Zoals meer jonge creatieven, kwam ook ik vooral vanwege de betaalbaarheid naar Schiedam. Ik schilder, gewoon met verf. Vaak gaat mijn werk over plekken of momenten waarop niet letterlijk iets gebeurt, maar waar wel iets aan de hand is. Een gebouw dat verbouwd wordt, een straat waar gesloopt wordt. Of oevers waar water tegenaan klotst. Het gaat me om dat gevoel van verandering, dat wil ik verbeelden.
Ik experimenteer graag met hoe ik mijn werk presenteer, zo heb ik recent op een skate ramp geschilderd, en - voor mijn eerste solotentoonstelling in het Schiedamse Schreihuisje - op een twaalfhoekige ‘dobbelsteen’ die je kon omrollen. Gaaf, want zo’n werk krijgt gebruikerssporen, krassen die nog een extra laag toevoegen. Zoals de kwast ook een spoor van de hand van de maker achterlaat.
Sinds mijn dochtertje van twee er is, ben ik steeds meer thuis gaan werken. Een gezamenlijk atelier hoef ik niet perse: in mijn baan (voor het Museum in Schiedam en als expositiebouwer in Den Haag) ontmoet ik al veel mensen. Mijn werken promoot ik via exposities en Instagram. En toen de pandemie begon, ben ik met vier vrienden een magazine gaan maken om de tijdgeest te duiden: ‘Pandemie’. Satirisch maar met een serieuze ondertoon. Het zesde nummer is net uit.
Ik denk dat een stad veel aan kunstenaars kan hebben: ze creëren een bepaald klimaat, een eigen wereldje. Kijk naar Berlijn, dat was een halflege stad tot creatieven ‘m populair maakten. Maar kunstenaars gaan en staan ook waar ze willen. Veel meer dan ruimte en financiële mogelijkheden bieden, kun je als stad niet doen.”