Interview

'We zijn een Nederlands museum, maar ook een museum voor Schiedammers.'

Een gesprek met Anne de Haij, directeur van het Stedelijk Museum Schiedam.
Door
Cilia Batenburg
&
Hugo Bongers
Nov 2021
Op 1 februari 2021 begon Anne de Haij als directeur van het Stedelijk Museum Schiedam. Anne de Haij, geboren in 1983, werkte hiervoor zes jaar bij het Kunstmuseum in Den Haag. Ze studeerde kunstgeschiedenis en kunst- en cultuurwetenschappen en doceerde op de universiteit en in het hbo in deze studierichtingen. Een nieuwe, jonge directeur voor een museum dat het de afgelopen jaren uitstekend deed. Een museum dat een goede band met het lokale publiek weet te verenigen met opvallende en aantrekkelijke presentaties van actuele kunst die Nederlanders naar Schiedam weten te trekken.

Museum Schiedam is zowel een kunstmuseum als een stadshistorisch museum. Hoe zie je die twee collectiegebieden naast elkaar functioneren?

Die twee collectiegebieden kunnen, denk ik, perfect naast elkaar bestaan. Wel is de opdracht om meer met de historische collectie te doen. Met de recente uitgebreide inventarisatie van onze collectie die we uitvoeren in het Kijkdepot in de Havenkerk en waar we ons publiek om aanvulling en informatie vragen weten we nu veel meer van die historische collectie. We weten nu ook veel beter wat we nog niet weten en kunnen gerichter vervolgonderzoek doen, lacunes aangeven en aankopen overwegen om in die lacunes te voorzien. De historische collectie zal straks ook op zaal getoond worden, in een mix van kunst en geschiedenis, mooi door elkaar, niet strak gescheiden. Wat de kunstcollectie betreft, de twee zwaartepunten in de collectie, Cobra en de fundamentele kunst, zullen ook met regelmaat terugkomen in de presentaties op zaal.

Participatie

Het aanhalen van de band met de stad, zoals dat met name door mijn voorganger Deirdre Carasso is ingezet, ga ik voortzetten. Daarvoor blijft de programmalijn Mijn Schiedam de komende tijd ook aandacht krijgen met onder andere de Buurtplaatjes en Wijken Welkom, waarin we alle Schiedammers per wijk in het museum uitnodigen. Dat past ook goed bij mijn achtergrond van versterking van diversiteit binnen het museum. Daarnaast is het ook mijn opdracht. We zijn een Nederlands museum, maar ook een museum voor Schiedammers. Die lijn van Deirdre, gericht op participatie van de Schiedammers, zet ik voort, maar ik voeg daaraan toe dat ik me meer op jongeren wil richten. Ik wil met een jong team jonge makers én hun publiek binnenhalen. Dat is een grote uitdaging. Dat doen we samen met de organisaties in de stad met wie we nauw samenwerken. Maar uiteindelijk gaat het vooral ook zorgen voor een jonger publiek en dat is hard nodig.

Daarnaast vind ik het van groot belang dat ook de beeldende kunst goed vertegenwoordigd blijft in het museum. Een kunsttentoonstelling mag van mij soms ook heel autonoom zijn, op zich zelf staan. Het hoeft niet altijd van voor en door Schiedammers. Er mogen ook gewoon hele goede exposities zijn met nationale en internationale kunstenaars zoals dat o.a. in de periode van Diana Wind gebeurde. Ik heb wat dat betreft een groot vertrouwen in kunstenaars en geef ze graag de vrije hand. Ik zie voor het museum dan ook een synthese voor me van sterke kunsttentoonstellingen die heel Nederland aanspreken én een stevige band met de stad met bijbehorend programma. Zo’n gevarieerd programma trekt ook weer een grotere diversiteit aan bezoekers.

Verbouwing

Volgens de huidige planning is de verbouwing eind april 2022 gereed. Het lijkt me geweldig om straks de deuren open te kunnen zetten en weer publiek te kunnen ontvangen. Voor een deel zal het publiek niet veel merken van de verbouwing, zoals van de sterk verbeterde klimaatregeling. De hoofdingang blijft waar die was. ‘De scheur’ in het voorplein verdwijnt wel, dat was ooit een niet geslaagde publieksingang. Op het plein komt waarschijnlijk een groot, zelfs heel groot kunstwerk te staan. Ik ben benieuwd wat het effect daarvan is op de beleving van het plein. Binnen, na de entree, blijft de winkel en de horeca met de lunchmogelijkheid volgens de formule pay what you wish. Maar de beleving op zaal is wel sterk verbeterd. Het licht is beter en de installatiebuizen zijn uit het zicht.

Sinds het verdwijnen van de horeca beneden is het souterrain een nogal onbenutte ruimte, meer een verbinding tussen de twee vleugels van het gebouw dan een zelfstandige museale ruimte. Wat gaat het museum daar mee doen?

In het souterrain gaat veel veranderen. Het kinderatelier wordt verplaatst naar het midden van de ruimte en in het voormalige auditorium realiseren we Panorama Schiedam, een vaste presentatie over de geschiedenis van Schiedam. Dat wordt vormgegeven als een panoramisch landschap, met daarin tien grote ‘eilanden’ die elk een hoofdstuk uit de geschiedenis van Schiedam vertellen. In het souterrain komt ook de Stadsgalerij voor Schiedamse initiatieven en kunstenaars. Een flexibele ruimte waar we snel op de actualiteit en verzoeken uit de stad reageren.

Monopole

Belangrijk vind ik ook onze plannen voor het Monopole-gebouw. Die oude bioscoop, schuin tegenover het museum aan de Hoogstraat, wordt door de straks nieuwe eigenaar Stadsherstel verbouwd voor ons museum. Het gebouw krijgt een ‘huiskamerfunctie’ en daarnaast kantoren in de plint. Voor de grote zaal daarboven heb ik de opdracht gekregen om een programma te bedenken. We zullen kunstenaars daar vragen grote installaties voor te maken. In de torenkamer denken we aan educatie- en workshopruimte. Het Monopole-gebouw heeft niet alleen een opvallende architectuur, het ligt ook op een belangrijke plek aan de Hoogstraat. Onze activiteiten moeten daar bijdragen aan een beter functioneren van de straat. Ik zie overigens al een verlevendiging van de Hoogstraat, het gaat er al beter mee, ik zie een positieve trend: er komen steeds meer winkels en meer winkelend publiek. Als museum zijn we actief in de straat en Schiedam-Centrum, we trekken op met de ondernemers; we hebben er samen alle belang bij om de straat weer levendig te maken.

Nieuwe kunst

Op korte termijn, in oktober al, presenteren we kunstenaars met wortels in de graffiti-cultuur van de jaren negentig. Die krijgen een podium op het terrein van De Glasfabriek Schiedam. Dit is de eerste presentatie in het kader van een nieuwe programmalijn van het museum, die we voorlopig met een werktitel aanduiden als nieuwe kunst. Voor deze presentatie hebben we het Rotterdamse duo Opperclaes gevraagd om internationaal kunstenaars te selecteren. Het gaat hier dus niet om de gebruikelijke graffitiwerken, maar om jonge makers die wel uit die wereld voortkomen maar er als zelfstandige kunstenaars ook aan voorbij gaan. In hun werk, vaak abstract, zien we overeenkomsten met kunstenaars die al sterk in onze collectie vertegenwoordigd zijn, zoals Daan van Golden. Ik voel me heel schatplichtig aan onze collectie en zulke linken tussen werk uit de collectie met werk van jonge makers vind ik geweldig én belangrijk.

Het is ook een van de uitgangspunten voor de programmalijn nieuwe kunst. We willen in die lijn jonge makers presenteren (niet alleen beeldend kunstenaars, ook mensen uit de hoek van mode, styling, fotografie en digitale kunsten), waarbij we altijd duidelijk maken welke relaties die met onze collectie hebben. We kiezen voor een breed kunstbegrip, we kiezen voor kunstenaars die relatief buiten de wereld van de kunstacademies en die van galeries en musea staan.

De middelen voor nieuwe kunst hebben we voor vier jaar gekregen van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, in een speciale geldstroom voor regionale musea, een museum per provincie. We zitten dus nu voor vier jaar in de BIS, de basisinfrastructuur cultuur van het rijk en dat is een grote luxe. Met vier keer een bedrag van 250.000 euro per jaar kunnen we echt iets laten zien van wat er nu speelt in de wereld van kunst en cultuur.

Een ambitieus programma al met al, met meer presentatieplekken in het museumgebouw, met de programmering van het Monopole-gebouw, met nieuwe kunst op andere plekken in de stad zoals nu in De Glasfabriek. Dat zal niet allemaal met de bestaande staf kunnen worden uitgevoerd. Ga je zelf ook tentoonstellingen maken?

Neen, zeker niet, onze organisatie zal mee moeten groeien met de ambitie die we hebben. Daar hebben we ook wel enige financiële ruimte voor. Ik ga voorlopig zelf geen tentoonstellingen maken, daarvoor spelen er teveel grote projecten nu, maar ik ga ook niet op een grote afstand van de kunst staan. Ik ga me zeker met de tentoonstellingen bemoeien, ik doe aankopen en ga regelmatig op atelierbezoek. Dat is voor mij, naast de missie van het Stedelijk Museum Schiedam waar ik heel erg achter sta, ook een van de leukste dingen aan het zijn van een museumdirecteur.

Hoe ervaar je Schiedam en de Schiedammer?

Als makkelijk benaderbaar. Ik voel me overal welkom. Schiedammers zijn nuchter, no-nonsense en daarin lijken ze toch ook veel op Rotterdammers. Maar het is ook een kleine gemeenschap en daardoor soms ook intens. Ik investeer veel in de mensen en organisaties in deze stad. Omdat er zoveel betrokken burgers zijn en zoveel mooie initiatieven, kan ik daar elke week mijn hele agenda mee vullen. Dat is een zoektocht, want ik moet ook aandacht blijven geven aan wat er landelijk speelt. Voor het museum is het ook van belang dat ik met collega’s elders en met de landelijke fondsen contact blijf houden. We zijn nu eenmaal een stedelijk museum met een nationale uitstraling.

Optimistisch

Ik ben optimistisch over Schiedam. Naast het rauwe Rotterdam ligt een parel met een historische binnenstad. Ik zie de woningmarkt veranderen, de middenklasse groeit. Ik zie Rotterdammers naar Schiedam verhuizen. We hadden al een groep betrokken vermogende burgers (waarin onze particuliere verzamelaars zitten en zaten), er was altijd een grote groep arbeiders, nu groeit ook de groep daar tussenin. Dat is voor het museum belangrijk, daar zit ons publiek, onze vrijwilligers. Maar ook: ik zie uiteindelijk geen grote verschillen tussen Rotterdammers en Schiedammers. De taak die ik heb om steeds meer en blijvend mensen bij het museum te betrekken is stevig, maar interessant. Ik geloof oprecht dat er nog meer Schiedammers, meer publiek (landelijk en uit de regio Rotterdam) en kunstenaars bij het museum betrokken kunnen raken. Daarvoor is dit een goede plek om aan en in te werken.

Meer interviews