INSTAGRAMMABLE
Bij het openslaan van de pagina’s 480 en 481 in BEELDEN valt direct de hoge kwaliteit van de foto’s op. Pas in tweede instantie ontdek je dat het kunstwerken betreft, kunstwerken in de openbare ruimte. De linkerfoto’s zijn theatraal, beide met een dramatische lucht. Deze foto’s zijn instagrammable. De foto’s op de rechterpagina zijn zakelijker, meer ‘doordeweeks’ en zijn niet of in ieder geval minder instagrammable.
Over het kunstwerk Kissing Earth (‘De Ballen van Rotterdam’) dat na lang wikken en wegen niet op het plein voor station Rotterdam CS werd geplaatst, merkte voorzitter Cees de Bruin van commissie De Bruin (de commissie die de haalbaarheid van dit beeld moest onderzoeken) op: ‘Het is een prachtig object tussen al die grauwe kantoorkolossen. En in de spiegels kunnen mensen selfies maken. Zo gaat dat tegenwoordig.’ De kussende aardbollen zouden worden vervaardigd uit spiegelend materiaal, vandaar dat de voorzitter spreekt over ‘spiegels’. En ja: zo gaat dat tegenwoordig. Ook waar het kunst in de openbare ruimte betreft. Nadat Santa Claus (Kabouter Buttplug) zijn definitieve locatie op de Oude Binnenweg toegewezen had gekregen schreef Siebe Thissen in BEELDEN: ‘Santa Claus zou uitgroeien tot één van de meest gefotografeerde beelden van Rotterdam.’ Het lijkt niet langer van belang hoe kunst in de openbare ruimte zich tot de fysieke openbare ruimte verhoudt maar hoe kunst in de openbare ruimte zich tot mediale openbare ruimte verhoudt. Is het beeld fotografisch en mediageil genoeg? Wat doet het op sociale media? Hoeveel selfies genereert het beeld?
Op dit soort kwaliteiten werd door kunst lang neergekeken. De waarde van kunst was ‘intrinsiek’, kwam van binnenin en niet van buitenaf. Elke tijd formuleert haar eigen pakket van eisen.
Voor opdrachtgevers is ‘mediageschiktheid’ thans de nieuwe maat waaraan zij het nut van hun investeringen aflezen. En nu bewoners mondiger worden en over media beschikken die hun mondigheid op efficiënte wijze kanaliseren, zijn eenduidige populaire beelden eerder gewenst dan ‘moeizame’ conceptuele ingrepen in een wijk of op het plein. Er worden andere eisen aan beelden in de openbare ruimte gesteld.
Een van de eerste beelden die zijn weg via sociale media vond was The Bean (Cloud Gate), de prachtige, reflecterende sculptuur van Anish Kapoor in Chicago. The Bean werd een instagram-, selfie- en facebook-topper. Maar ook Badeend, Feestaardvarken en de nieuwe Bospoldervos op de Schiedamseweg in Rotterdam van Florentijn Hofman doen het goed. En wat te denken van The Vessel van ontwerper Thomas Heatherwick in NYC? (Entree: 9.98 euro.)
Het wordt kermis in de openbare ruimte, de kunst is niet van zijn voetstuk gevallen maar heeft het podium op eigen kracht verlaten. De publieke ruimte krijgt kunst waar ze behoefte aan heeft: ongecompliceerd, vermakelijk, eenduidig in beeldtaal en als het budget het toelaat: spectaculair. Een nieuwe generatie publieke beelden licht de openbare ruimte aan, zoals populaire liedjes van volkszangers of The Beatles. Maar zolang de kunst zelfkritisch blijft en kwaliteit garandeert kan zij probleemloos populariseren en instagrammiseren. Bedenk immers dat populaire liedjes nog altijd de belangrijke momenten in de levens van miljoenen mensen markeren: lief en leed. Daarom: lang leve de democratie, de technologie en het gelukzalige, eenvoudige openbare leven! Ob-La-Di, Ob-La-Da.