Stadmaken

Een stadslab in de knop

Als Rotterdam Zuid met z’n 250.000 inwoners een aparte stad was, dan was het Zuidplein onbetwist het centrum. Met een van de grootste ov-knooppunten van Nederland, een megawinkelcentrum en een internationaal vermaard concert- en evenementgebouw trekt het jaarlijks miljoenen bezoekers uit binnen- en buitenland. Wie vandaag ‘op’ Zuidplein loopt, treft ondanks dat een gedateerd en bezoekersonvriendelijk gebied aan. Het is nauwelijks een plein, eerder een onoverzichtelijke verzameling van complexen met daar doorheen lompe infrastructuur. De wens van stakeholders als de gemeente, winkeliersverenigingen en Ahoy om de boel grondig te renoveren kon op veel bijval rekenen.
Door
Arnold Westerhout

Na een lange aanbestedingsprocedure werd in 2012 aan de bouwcombinatie Ballast Nedam – Heijmans de opdracht gegund. Voor honderden miljoenen euro’s wordt onder (veel) meer het winkelcentrum uitgebreid en een nieuw theater en zwembad gebouwd. Kers op de taart moet de heringerichte Gooilandsingel worden: een promenade voor voetgangers die het gebied zal verbinden met Ahoy. In 2025 moet Zuidplein het elan hebben om niet alleen in functie, maar ook als symbool het hart van Zuid te zijn. Misschien mag het zelfs een Rotterdams icoon worden. Om dit te kunnen bereiken moet de vraag gesteld worden hoe een sterke en betekenisvolle verbinding tussen dit megaproject en lokale initiatieven gemaakt kunnen worden.

Vastgoedcarrousel 

Een voorwaarde voor het gunnen van de opdracht aan de bouwcombinatie was dat er ‘iets’ moest gebeuren om verbinding te maken met bewoners en lokale initiatieven. Dit als onderdeel van een zogenoemd ‘sociaal programma’ dat zich bijvoorbeeld ook moet richten op het scheppen van werkgelegenheid voor mensen in buurt. Op de website van Hart van Zuid staat onder het kopje ‘visie’ treffend te lezen: “Ons Hart van Zuid is geen tot in detail uitgedacht ideaalplaatje. Het plan bevat een aantal basiselementen die samen met de bewoners, de ondernemers en de gebruikers worden ingevuld en aangevuld. Elke nieuwe stap daarin draagt bij aan verlevendiging en verhoging van de verblijfskwaliteit. (…) De menselijke maat staat [daarbij] centraal.”

In deze geest werden na de start van het project in 2013 kunstenaars Ivo van den Baar en Kamiel Verschuren benaderd. Ze maakten onder andere een visuele identiteit voor het Hart van Zuid en speciaal textiel voor Charlois. Door de economische crisis werd de aandacht van de bouwcombinatie echter voor lange tijd verlegd naar het ontwikkelen van vastgoed. Het sociaal programma kreeg pas begin 2017 een vervolg toen door AIR en Theater Zuidplein het initiatief genomen werd om een nieuw stadslab te beginnen. Robbert de Vrieze (maatschappelijk ontwerper van Transformers) werd met architect Iris de Kievith gevraagd onderzoek te doen naar mogelijkheden hiervoor. De Vrieze, die al veel ervaring had met stadmaken door zijn betrokkenheid bij initiatieven als WIJ Delfshaven, ‘Stadslab Luchtkwaliteit’ en Delfshaven Coöperatie, kent het gebied bovendien goed. We spreken hem op het Zuidplein: “Mijn masteropdracht voor de Academie van Bouwkunst ging over de relatie tussen architectuur en politiek. Ik deed onderzoek naar het toenmalige Deelgemeentekantoor Charlois, hier tegenover het metrostation. Een van de eerste ontwikkelingen van Hart van Zuid is de transformatie van dat kantoor in een nieuw zwembad. En op de plaats van het huidige zwembad komt weer het nieuwe Theater Zuidplein met een nieuwe bibliotheek. En op de plek van het theater wordt daarna weer het winkelcentrum uitgebreid. Ja, het is de vastgoedcarrousel in vol bedrijf.” De Vrieze lacht er vrolijk bij.

Aftrap van een stadslab

Terwijl we naar Theater Zuidplein lopen, vertelt De Vrieze over de bijzondere relatie die het theater door de jaren heen heeft opgebouwd met de wijk. “Zij weten veel verschillende doelgroepen te bereiken met producties die voor en door buurtbewoners gemaakt worden. Onmisbaar voor het succes dat ze boeken is wederkerige interesse. Er is sprake van een ongelofelijk gastvrije en open houding waarmee met publiek, artiesten en organisatie voorstellingen gemaakt worden.” Met deze methodiek speelt het zogenoemde Lab-Z een sleutelrol in de wijk. En daarmee stimuleert het theater de gebiedsontwikkeling. De methode doet daarom sterk denken aan wat stadslabs beogen. De Vrieze: “Theater Zuidplein was ook de uitgelezen plaats voor alle belanghebbenden om bij elkaar te komen en het gesprek aan te gaan over hoe de lokale stakeholders aansluiting kunnen vinden bij dit grootschalige project dat Hart van Zuid is.” De Vrieze presenteerde de aanwezigen daarbij inspirerende lokale initiatieven als die van de Kerk van Nazarener waar iedereen welkom is voor een kop koffie en vertelde over de rol die kleinschalige horeca als Mercan’s Place (Zuidplein 86) speelt, en nog kan spelen, in het verlevendigen van de buurt op straatniveau. 

Broedplaats voor gemeenschapszin

De bijeenkomst kan gezien worden als de aftrap van een stadslab in opbouw. Een volgende stap in het proces zou een fysieke plek moeten zijn waar bewoners, kunstenaars, ondernemers en anderen die een speciale band hebben met het Zuidplein samen kunnen komen. De Vrieze: “Een broedplaats voor het concreet helpen maken van ontastbare eigenschappen als cultuur, gemeenschap, ontmoeting en interactie die, naast de stenen, ook een stadshart maken.”

Terwijl we hier over praten, lopen we naar de Zuiderterras-flat (1979), een meter of honderd weg van het bus- en metrostation en de winkels, direct tegenover Ahoy. De plint van de flat staat leeg. In een van de ruimtes zat vroeger bowlingbaan ‘The Cat’. Deze plek in het flatgebouw doet denken aan zo’n gemeenschappelijke ruimte voor de bewoners, zoals je wel vaker aantreft in woongebouwen uit de jaren ’60 en ’70. De Vrieze: “Dit zou dus een fantastische plek zijn om zo’n pop-up broedplaats te vestigen met daarin ruimte voor een informatiecentrum. Om buurtbewoners te betrekken bij ontwikkelingen moet je tegenwoordig echt meer doen dan een informatieavondje organiseren. Hier zouden bewoners, ontwerpers, ondernemers en ambtenaren elkaar kunnen ontmoeten om ideeën uit te wisselen.” 

Het zou een fantastische uitdaging bieden aan het bouwconsortium en de gemeente om binnen het enorme project concreet ruimte te maken voor ideeën van ‘buiten’. De zo gewenste verbinding met de wijk zou je niet beter vorm kunnen geven dan met een tastbare plek als deze, waar iemand met een goed idee bij wijze van spreken zo met een ontwerper kan spreken. 

Vergeten plein

Direct naast de voormalige bowlingbaan wijst De Vrieze op een haast onzichtbaar binnenpleintje van zo’n 100 vierkante meter. Het zit ingeklemd tussen de Zuiderterras-flat en een grote hellingbaan die hulpdiensten bij calamiteiten moet leiden naar het metrostation en het winkelcentrum. Het saaie, bestraatte pleintje lijkt een nutteloos stukje niemandsland, op een microtuintje met de omvang van een paar opgelichte stoeptegels na. Er staan een paar plantjes die wel door een van de bewoners moeten worden onderhouden. Het ziet er wat armoedig uit. Van de drie plantjes hebben er twee wel hun beste tijd gehad. Maar als je goed kijkt zijn bij één plantje een paar bloemen in knop te zien. De Vrieze: “Dit tuintje vind ik wel illustratief voor bewonersinitiatief. Als ik dit zie, vraag ik me gelijk af: wie heeft dat neergezet en wat waren zijn of haar dromen voor dit plekje? Ook al is dit maar een heel klein voorbeeld, initiatieven als deze laten zien dat ook hier mensen zelf verantwoordelijkheid willen nemen voor hun omgeving.” Bijzonder genoeg sluit het binnenplaatsje direct aan op wat de gedroomde Gooilandsingel-promenade moet worden. Dit pleintje in combinatie met de leegstaande bowling waar al jaren geen mens naar om lijkt te kijken, kan een prachtige proeftuin worden waar een stadslab concreet kan landen; waar bewoners tastbaar iets aan de omgeving bij zouden kunnen bijdragen. Het zou binnen het projectgebied van Hart van Zuid de perfecte plek kunnen zijn waar met de filosofie van Theater Zuidplein een programma bedacht kan worden dat voor en door bewoners wordt vormgegeven. De Vrieze: “De voormalige bowling is al in bezit van de bouwcombinatie. De plint op de andere hoek en de kantoren op de eerste verdieping zijn van een lokale makelaar en staan ook leeg. Hier kunnen leden van het projectteam en ambtenaren zo aan de slag, op een soort co-werklocatie.” 

De beschikbare plek, de visies en ambities, de noodzaak, de benadering, de lokale culturele partijen, de ervaren stadsmaker; ze zijn er allemaal. Als de persoon die de plantjes verzorgt zich wil melden, kan een stadslab in de knop tot bloei komen! •

Misschien vind je dit ook leuk